GM Gangliosidose: een fatale ziekte

U hebt er waarschijnlijk al over horen praten en vraagt zich nu af wat dit nu eigenlijk is. Hoe erg moet men deze ziekte vrezen, en hoe kan men ze uitschakelen bij onze katten? Onze strijd tegen dit kwaad is van vitaal belang voor onze katten.
We vinden deze ziekte trouwens ook terug bij andere rassen.
De fokkers van Korats moeten zich betrokken voelen en deelnemen aan het uitroeien van deze ziekte.

GM1 en GM2 GANGLIOSIDOSE

Dit document wordt momenteel verdeeld aan alle fokkers en liefhebbers van de Korat d.m.v. een "mailing list". Het zal verspreid worden aan die mensen die er meer over wensen te weten. Een tweede, meer technisch document is eveneens verkrijgbaar. Dit document beschrijft de GM1 Gangliosidose bij de Koratkat en is geschreven door Dr. Massimo Castagnaro (Turin University Italie).

 

 

Wat is nu GM?

We gaan het hebben over twee erfelijke ziekten, die het Koratras treffen.
Momenteel is deze ziekte ook vastgesteld bij andere rassen. Het is uiterst belangrijk voor de fokkers van de Koratkat om zieke dieren te identificeren en uit te roeien. Dit beschadigde gen zou zich vlug kunnen verspreiden en het Koratras in gevaar brengen. Verschillende fokkers hebben reeds te maken gehad met deze ziekte en worden nerveus om snel een middel te vinden, zodat de dragers van deze ziekte kunnen opgespoord worden. Het goede nieuws is dat er een wel een opsporingsmiddel op punt werd gezet, door genetische analyse van draagkatten.

De gangliosidose is een erfelijke ziekte van het type lysosomale ziekten want zij treffen cellen die zorgen voor de chemische recyclage, ook de gangliosidosecellen en die zijn onontbeerlijk voor de goede ontwikkeling van de hersencellen. Er zijn twee types van gangliosidose elk met hun ganglioside GM1 en GM2 opgestapeld op de lysomen. De meest voorkomende tekenen die waargenomen worden bij zieke katten zijn van neurologische aard. Bij GM2 ziet men de eerste tekenen te voorschijn komen bij een ouderdom van twee maanden, waarna het proces snel toeneemt. Bij GM1 beginnen de neurologische verschijnselen iets later (3 maanden) en het verdere verloop is trager. De getroffen katjes hebben eerst bevingen met de kop, nadien een slechte coördinatie bij bewegingen met de poten, een zekere loomheid en soms zelfs lamheid. Als men het toelaat de ziekte te laten verlopen tot aan het terminale stadium, kan er een infarct op volgen. De diagnose stelt men vast door klinische tekenen, laboratoriumtesten, vaststelling van hersenbeschadigingen. De meest voorkomende test is het zoeken naar complexe suikers in de urine (niet specifiek), door een studie van de enzymen in de witte bloedlichaampjes of een biopsie van de huid (specifiek, maar niet helemaal betrouwbaar om dragers te detecteren). De resultaten kunnen geïnterpreteerd worden door verschillende proefnemingen, tests en diagnoses van de ziekte. Er zijn ook specifieke veranderingen gevonden met de microscoop over de ziekte op dode of gedode katten. Er bestaat geen enkele behandeling voor deze ziekten. Alhoewel deze twee types van gangliosidose hetzelfde fatale resultaat van hersenziekte kennen, zijn ze veroorzaakt door genetische afwijkingen van verschillende aard, twee verschillende lysomale enzymen. Het is daarom dat er een verschillende analysetest bestaat voor beide types GM. De GM1, als gevolg van een erfelijke tekortkoming van het enzym bétagalactosidase is bestudeerd op Siamese katten, ook op andere rassen. Het is nog maar onlangs op de voorgrond geplaatst bij de Korats door Dr Massimo CASTAGNARO van de Universiteit Veeartsenij van Turijn.

De GM2, als gevolg van een erfelijke tekortkoming van het enzym bêta hexosaminidase is bij de Korat en andere rassen bestudeerd. De GM2 evolueert niet gelijkaardig bij de korat als bij niet koratkatten. De gangliosidose bestaat ook bij andere diersoorten, honden, koeien, schapen alsook bij de mens. Bij de mens staat de GM2 bekend onder de naam van ziekte van "Tay Sachs" of ziekte van "Sandhoffos". Hoewel gelijkaardige genetische studies van de verschillende diersoorten over het verloop van de ziekte bestaan heeft elke soort of ras zijn specifiek ziekteverloop. Dit impliceert genetische tests die specifiek aangepast zijn voor de KORATS (GM1 en GM2).

Hoe detecteren we katten die de ziekte met zich meedragen?

Alle vormen van Gangliosidose zijn erfelijk (recessief gen). Wanneer twee dragers van de ziekte zich voortplanten, dan zijn er slechts 25 % van de jonge katjes die de twee gebrekkige genen hebben die neurologische stoornissen vertonen. Belangrijker is dat wanneer twee dragers zich voortplanten of wanneer een draagkat zich voortplant met een normale kat dan kunnen de HELFT van de jongen drager zijn. Het is om deze reden (recessief gen) dat de gangliosidose gevaarlijk is. Het paren tussen katten drager van de ziekte en gezonde katten is heden ten dage het grootste probleem, want momenteel heeft men geen enkel idee hoeveel jonge katjes ter wereld komen met de ziekte. Het is niet omdat er geen katje ziek geboren wordt in de kwekerij, dat deze kwekerij vrijgesteld is van katten die de ziekte toch met zich meedragen en van overdracht van de ziekte.

Wie dan ook die denkt dat de overdracht van de ziekte niet kan plaatsvinden bij zijn katten, omdat hij nog nooit jonge katjes had die ziek was, trekt een verkeerde en gevaarlijke conclusie.

Dragers van de ziekte leven even lang zonder meer problemen dan normale katten, maar hun voortplanting kan katten voortbrengen die ook drager van de ziekte zijn, zodat het risico van verspreiding verdubbeld wordt.

Daarom moet men deze katten niet gebruiken voor een fokkerij. Het mag alleen als men een bijzonderheid in het geslacht wil beschermen, op voorwaarde dat de jonge katjes getest worden en enkel diegene uitkiest waarvan de genetische code geen enkele onregelmatigheid vertoont. In dit geval kan men met deze katten fokken. Een genetische test kan dus voor selectie zorgen. De enige mogelijkheid om met nauwkeurigheid de normale genetica van de katten te bepalen, zodat ze de ziekte niet doorgeven aan hun jongen is : de DNA analyse.

Hoe kan men de GM uitschakelen bij onze katten

Een DNA analyse voor de Koratkat drager van de GM1 en GM2, is momenteel in ontwikkeling door Dr. Henry Baker en zijn collega's van het onderzoekscentrum Scott-Ritchey van de universiteit in Auburn.

Dr. H. Baker is de eerste die de Gangliosidose bij de kat heeft beschreven. Hij onderzoekt deze ziekte reeds twintig jaar. Men neemt aan dat de Gangliosidose GM1 en Gangliosidose GM2, twee verschillende ziekten zijn veroorzaakt door tekortkomingen en twee verschillende genen aantasten, nochtans zijn hun namen en hun klinische tekenen gelijkaardig.

Dus hebben we twee juiste tests nodig, zodat we met zekerheid weten of de Korat drager is of niet. De moleculen gebruikt voor de tests van deze twee ziekten zijn nogal gecompliceerd. Men haalt het D.N.A. vertrekkende van een bloedstaal (1cc). Door middel van een procédé genoemd "kettingreactie van polymeren (P.C.R.)" gaat men in het laboratorium die portie genen versterken, die interessant zijn voor deze ziekte. Na verschillende versterkingen kan de sequentie van DNA die gecodeerd is voor het verdacht gen, gelezen worden, en dit zoals het lezen van een bepaalde structuur die verschillende gerangschikte letters bevat in de woorden. Men zoekt achter een schrijffout in de genetische code die de mutatie identificeert, en dit interesseert ons. Dikwijls vindt men de schrijffout in één lettertje in het woord van de structuur (gen), die 2500 letters bevat. Bij andere mutaties is er een groot deel van de structuur gewist of herschikt. De getroffen katten hebben abnormale genen. Zij hebben twee kopieën van het veranderende gen.

De draagkatten hebben een kopie van het normale gen en een kopie van het muterende gen (deze katten lijken normaal, maar zij kunnen de ziekte overdragen aan hun jongen). De katten die twee kopieën van het normale gen hebben zijn genetisch gesproken normaal en kunnen gebruikt worden voor de voortplanting. De Dr. BAKER heeft als doelstelling om DNA tests te ontwikkelen voor de twee ziekten, zodra hij de juiste mutatie van de GM1 bij de korat ontdekt heeft . Hij denkt resultaat te hebben geboekt in de komende maanden. Dr. BAKER schenkt de tests voor de fokkers van Noord Amerika en Dr. CASTAGNERO heeft toegestemd om de staaltjes de testen van de Europese kwekers. Wanneer de tests voor de twee mutaties beschikbaar zullen zijn, dan zullen de fokkers van de Korat ingelicht worden welke stappen men moet ondernemen om deze aan te vragen.

 

Dit document is nagekeken door :
Getekend door verschillende fokkers
van de Korat (FIFe):
Dr. Prof. Massimo Castagnaro, DVM, PhD, ECVP
e-mail: patcomp@inrete.it
van het pathologisch departement
van de Universiteit voor diergeneeskunde in Turijn Italië

Dr. Henry J. Baker
e-mail: bakerhj@vetmed.auburn.edu
Professor en Directeur
van het onderzoekscentrum
van de Universiteit in Auburn
Auburn, AL 36849

Donatella Mastrangelo
(e-mail: jadeye@email.it)
JADEYE Cattery Italië

Camilla Baird
(e-mail: primpraus@mail.dk)
PRIMPRAU's Korat Cattery - Denemarke

Belgian Version by:
Eddy Blockmans
e-mail: EEST.Blockmans@village.uunet.be

 

GM Gangliosidosis
Vragen die regelmatig opduiken

 

Zoals velen van jullie reeds hebben gehoord zijn er twee verschillende ziekten onder de naam Gangliosidosis (of GM1 en GM2) die tegenwoordig opduiken in Korats in Europa en de VS. Daar vele Korats dezelfde voorouders hebben over de gehele wereld is het nu zeker dat er zich dragers van deze ziekten onder onze Korat populatie bevinden.

Tegenwoordig zijn er meer genetische testen beschikbaar zodat we individuele dragers onder de Korats zullen kunnen ontdekken.

Veeartsen die momenteel onderzoek doen op dit gebied raden aan dat Korats die gebruikt worden om te fokken getest worden voor deze ziekten om te ontdekken of zij dragers zijn en indien dit zo is, te voorkomen dat de genen die de ziekte verspreiden worden overgebracht.

Daar het hier om een belangrijk voorstel gaat voor Koratfokkers werden verschillende vragen die kunnen rijzen rond het testen voor G. hieronder gesteld en zo eerlijk en volledig mogelijk beantwoord. Voor kwekers is het belangrijk de juiste feiten te kennen om een verantwoorde beslissing te kunnen nemen.

Ik heb nooit GM gehad bij mijn dieren, noch bij de fokkers waar ik mee werk, er is nooit een connectie geweest tussen mijn lijn en een probleemlijn. Waarom zou ik mijn katten laten testen?

Het is mogelijk dat je bij de gelukkigen behoort tot nu, een test zal dit bevestigen en dan kan je rustig verder fokken waarbij je je programma baseert op wetenschappelijke feiten en niet op een veronderstelling. Inderdaad, zolang je katten niet getest zijn bestaat nog altijd de mogelijkheid dat je een drager hebt en op die manier, zonder dat je je er van bewust bent, kan je een aangetast gene verspreiden onder een populatie. Reeds meer dan 2O jaar weet men dat de ziekte bestaat. Het is mogelijk dat de ziekte meegebracht werd door Korats die ingevoerd werden vanuit Thailand. Daarom kan ook nooit met zekerheid gezegd worden of een bepaalde lijn drager is of niet. Een recessief gene kan zich onontdekt voortplanten gedurende verschillende generaties van gezonde katten.

Welke testen zijn beschikbaar?

Er bestaan twee soorten testen.

Een moleculaire test: deze bekijkt de sequentie van de genen en identificeert beide types van G. Het resultaat van deze test zal zijn :

a) vrij &endash; de kat is geen drager
b) drager &endash; de kat is drager maar is niet aangetast
c) aangetast &endash; de kat heeft de ziekte. Dit resultaat is enkel relevant voor jonge katjes &endash; oudere dieren zullen niet worden gevonden omdat de ziekte fataal is voor jonge katjes.

Leukocyte hexosaminidase enzyme assay :deze werd gebruikt in experimentele kolonies om aangetaste katten of dragers van GM2 te ontdekken, voor de DNA test beschikbaar was. Deze test kan echter slechts in sommige landen worden gedaan maar is enkel voor GM2

De moleculaire test wordt ten zeerste aanbevolen daar deze beide ziekten test, en GM1 blijkt meer voor te komen in Europa (gebaseerd op de resultaten van sommige landen). De moleculaire test is ook betrouwbaarder voor het ontdekken van dragers dan de enzyme assay.

Welke stappen moet ik ondernemen om een test te laten uitvoeren en wat kost dit?

Voor de moleculaire test wordt een bloedstaal genomen en naar een lab gezonden waar het DNA wordt afgezonderd, ingevroren en opgestuurd naar de VS via een courierdienst (UPS, FedEx, DHL &endash; mogelijk één dag leveringstermijn) Het lab in de VS doet de test momenteel gratis maar uw dierenarts zal wel kosten aanrekenen voor de bloedafname en de courierdienst moet ook worden betaald.

Voor meer details is het aangeraden direct contact op te nemen met :

Dr. Henry J. Baker (voor kwekers in de VS)
Dr. Kim Willoughby (voor kwekers in GB)
Dr. Massimo Castagnaro (voor kwekers in Europa)

Australische en NZ kwekers nemen contact op met hun club(s)

Welke zijn mijn opties indien mijn fokkat drager blijkt te zijn van één der ziekten?

Eerst en vooral hoef je je geen zorgen te maken over de gezondheid van je kat daar de ziekte zich niet zal ontwikkelen. Daarentegen zal zij/hij, indien gebruikt om te kweken, het gene doorgeven aan 5O% van het nageslacht. Bij een paring met een andere drager zullen gemiddeld 25% zieke katjes geboren worden. Bij paring met een gezonde kat zullen geen zieke katjes geboren worden maar gemiddeld 5O% van de jongen zullen zelf drager zijn.

Er zijn meerdere opties :

a) je kan verkiezen de kat te laten steriliseren
b) je kan beslissen één van de jongen te houden om de bloedlijn veilig te stellen. Indien je dit doet moet je een partner kiezen met een negatief testresultaat, alle jongen laten testen en een jong houden met een negatief testresultaat
c) indien alle jongen als huisdier verkocht worden is er geen enkele reden waarom je dit niet zou blijven doen op voorwaarde dat je een partner gebruikt die negatief is.

Het blijft belangrijk te herhalen dat 50% van de jongen zelf dragers zullen zijn. Kies je voor optie C kan je best een koopconract opmaken zodat de nieuwe eigenaars weten dat met deze katten niet mag gekweekt worden. Je kan voorstellen de katten te laten steriliseren op een leeftijd van 5 à 6 maand. Er is geen enkele reden waarom deze katten niet kunnen worden geshowd.

Indien je in deze situatie terechtkomt zal je zeker steun en raad krijgen van andere kwekers om de juiste beslissing te nemen.

Moet ik een test laten doen?

Neen, dit hangt enkel van jezelf af. De dierenartsenvereniging raden aan dat alle Korats die gebruikt worden om te fokken zouden getest worden maar niemand kan je verplichten indien je dit niet wenst. Je kan hier wel overleg plegen met je dierenarts maar het is mogelijk dat je hem eerst zelf de nodige informatie moet geven daar dierenartsen niet altijd op de hoogte zijn van het probleem.

Indien ik er voor kies mijn fokpoes niet te laten testen, kan ik dan nog Korats kweken en laten registreren?

Ja, maar het zou kunnen dat de eigenaar van een dekkater weigert je poes te laten dekken indien ze niet getest is. In het uiterste geval, indien je poes gedekt wordt door een Koratkater die negatief is, zullen de jongen die je kweekt de ziekte niet ontwikkelen.

Zijn deze testen 1OO% betrouwbaar?

Deze vraag is altijd moeilijk te beantwoorden. De testen zelf zijn zeer akkuraat daar zij werken met het echte genetis materiaal van de kat. Zoals bij elke test, bestaat ook hier de kans op een menselijke fout bij het verzamelen, verwerken, labellen en verzenden van de stalen. Indien er twijfels bestaan in het Lab zal men u om een nieuw staal vragen.

Zijn deze ziekten besmettelijk ?

NEEN !

De Kater en poes van mijn katten leven nog. Zullen zij automatisch getest worden en indien ja, is het dan nog nodig dat ik mijn katten laat testen?

Dit hangt af van de eigenaars of zij de katten laten testen of niet. Indien zij nog gebruikt worden om te fokken kan de eigenaar beslissen zijn dieren te laten testen. Niets houdt u echter tegen om in ieder geval zelf je katten te laten testen.

Wat gebeurt er als er een fout is in de stamboom van mijn kat?

Fokkers trachten steeds de correcte stamboom vast te leggen. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat onopzettelijk een fout wordt gemaakt. Menselijk falen komt men overal tegen in het leven, niet enkel in het testen naar ziekten. Indien je je hierover zorgen maakt kan je best je kat toch laten testen.

Indien mijn kat wordt getest, is het resultaat dan strict vertrouwelijk?

Ja, enkel het Lab en de eigenaar kennen het resultaat. Je kan natuurlijk zelf beslissen het resultaat aan anderen door te vertellen, bij een negatief resultaat zal je dit zelfs wensen te doen.

 

 This document has been written by:

Mary Saunders
CHANDRAKAN Korat Cattery - UK
Court Farm, Sidbury Hill
Sidbury
Devon, England EX10 0QG

Dr. Kim Willoughby
e-mail: kimw@liv.ac.uk
BVMS, PhD, MRCVS
University of Liverpool
Dept Veterinary Pathology,
"Leahurst" Veterinary Field Station,
Neston, South Wirral
L64 7TE

Mrs. Jen Lacey
JENANCA Korat Cattery - UK
e-mail: jen.lacey@btinternet.com

Adapted for Koratworld by:

Donatella Mastrangelo
(e-mail:jadeye@email.it)
JADEYE Korat Cattery - Italy

Mrs. Jen Lacey
JENANCA Korat Cattery - UK
e-mail: jen.lacey@btinternet.com

Belgian Version by:
Eddy Blockmans
e-mail: EEST.Blockmans@village.uunet.be

 

 

GM Information pages in other languages:

|Start Page|Site Map|The Korat|Korats in Europe|Korats in the U.S.|Korats in Argentina|Korats in Canada|Korats in Australia|Breed Clubs|Korat Fans|Kittens|Stud List|Korat Pages|Other Links|Awards|Webrings|Mailing Lists|News|Credits|Tributes|Guestbook|Email|Welcome Page|